Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 30 januari 2012

Pareltje van Cesare Pavese en Bianca Garufi



Na de dood van Cesare Pavese (1908-1950) is het tragisch levensverhaal van de Italiaanse auteur zijn oeuvre gaan overschaduwen. Een nieuw bewijs van de zeldzame schoonheid van zijn werk is Het grote vuur, een roman die hij schreef met een van zijn muzen, Bianca Garufi, en die nu voor het eerst in het Nederlands verschijnt.

In 1950 kreeg Cesare Pavese de grootste Italiaanse literatuurprijs, de Premio Strega. Enkele maanden later, op een middag op het einde van augustus, verliet hij zijn huis in Turijn en boekte hij een hotelkamer. Daar nam hij zoals het personage Rosetta van zijn roman Vriendinnen (1949) een overdosis slaappillen en stapte zo uit het leven.
Toen Italo Calvino, die door Pavese werd ontdekt en binnengeleid bij uitgeverij Einaudi, enkele jaren later zelf uitgever was en op zoek ging naar ongepubliceerd werk van zijn vriend, vond hij in een ladekast een map met een manuscript getiteld ‘Viaggio nel sangue’ (Reis door het bloed). Tot zijn verrassing bleek het een onvoltooide roman die Pavese in 1945 en 1946 had geschreven met Bianca Garufi, een collega bij Einaudi. De schoonheid van de tekst trof Calvino zo dat hij besloot het werk uit te geven onder de titel Fuoco grande (Groot vuur).
Bij het verschijnen van de roman in 1959 was Pavese al een mythe. Zeven jaar eerder was Leven als ambacht verschenen, het dagboek dat de schrijver bijhield van 1935 tot 1950, waar hij getuigde van zijn literaire ambities maar ook van zijn mislukte relaties met vrouwen en zijn frustraties. Leven als ambacht toonde Pavese als een man die gekweld werd door zijn nood aan eenzaamheid, eeuwig op zoek naar maar niet in staat tot een liefdesrelatie, voor wie de zelfmoordgedachte steeds dwingender werd.
De postume publicatie van een onbekende roman à quatre mains met een vrouw deed dan ook stof opwaaien. Wie was Bianca Garufi en welke rol had ze in Paveses leven gespeeld?

In het uitmuntend nawoord van Het grote vuur, pas verschenen bij Uitgeverij Karaat, doet Luc de Rooy de relatie tussen Pavese en Garufi en de ontstaansgeschiedenis van de roman uit de doeken. Toen Garufi in februari 1946 Rome verliet, werkten zij en Pavese al enkele maanden aan “de tweeslachtige roman”. Per post stuurden ze elkaar om beurt een hoofdstuk toe waarop de ander verder borduurde.
Het grote vuur is de geschiedenis van Giovanni en Silvia, verteld vanuit een wisselend perspectief. Garufi neemt de hoofdstukken van Silvia voor haar rekening, Pavese die van Giovanni.
Wanneer het verhaal begint, is de verhouding reeds enkele maanden verbroken door Silvia. Giovanni lijdt onder de scheiding en als Silvia vraagt of hij haar wil vergezellen naar haar ouderlijk huis omdat haar broer op sterven ligt krijgt hij nieuwe hoop. Samen reizen ze naar Maratea aan de westkust van Zuid-Italië, het geboortedorp van Silvia dat ze tien jaar eerder halsoverkop is ontvlucht.

Van bij de eerste aanblik intrigeert Maratea Giovanni. Het natuurschoon en de dorpelingen hebben iets mysterieus en ondoorgrondelijks. En waarom gaan Silvia, haar moeder en stiefvader zo stroef met elkaar om? Ligt het aan de trieste situatie met het kind dat gaat sterven of is er iets gaande waar hij geen weet van heeft?
Meer dan over een onmogelijke liefde gaat Het grote vuur over de kracht van bloedbanden en over hoe ons verleden ons blijvend tekent. Pavese en Garufi tonen zich als meesters van “il non detto”, dat wat niet gezegd wordt. Niet de woorden van de personages beklemmen maar hun stiltes. Het wisselend perspectief en de lacunes in beide verhalen onderstrepen dit. Het onvoorziene open einde past perfect in de teneur van de roman.

“Ik wist”, schrijft Pavese in februari 1946 aan Garufi, “toen ik met dit boek in zee ging, dat deze onderneming alle etter die wij in ons hebben, naar buiten zou brengen, en ik ben niet bang voor woorden maar ik weet ook dat die woorden een onderbewustzijn uitdrukken dat voor ons niet alleen een literaire betekenis heeft gehad en heeft.”
In hoever de personages de auteurs spiegelen zal duidelijker worden nu de volledige briefwisseling tussen Pavese en Garufi is ontsloten. Al zullen eventuele onthullingen weinig aan de kern veranderen. Vóór alles is Het grote vuur bloedmooie fictie.

Cesare Pavese & Bianca Garufi
Het grote vuur (oorspronkelijk Fuoco grande)
Uitgeverij Karaat, 144 p., 16,90 euro


Deze recensie verscheen op 28 januari in Boeken, de literatuurbijlage van De Morgen.

Geen opmerkingen: